Phu Quoc: een eiland in ontwikkeling, ‘very sad’ en op weg naar Cambodja

28 januari 2018 - Phu Quoc, Vietnam

In deze blog: Phu Quoc behoort tot Vietnam, maar ligt dichter in de buurt bij Cambodja dan bij Vietnam. Desondanks wordt dit eiland steeds populairder en worden er steeds meer grote resorts gebouwd om toekomstige toeristen onderdak te kunnen bieden. Ik zal 4 dagen op dit eiland verblijven, waar je sinds kort geen visum meer voor nodig hebt (wel voor de rest van Vietnam).

Zondag 14 januari 2018
Het wordt nog een leuke dag vandaag om op Phu Quoc te geraken. Om 7.15 uur neem ik eerst een taxi die mij voor 2 euro naar het busstation brengt. De busmaatschappij waar ik mee ga heet Phuong Thrang en kenmerkt zich door de geheel oranje gekleurde bussen. Deze maatschappij is over het algemeen goedkoper dan de toeristenbussen en veel Vietnamezen gaan met deze maatschappij. En nog iets anders wat belangrijk is: ze hebben ook een shuttleservice die je vanaf het busstation naar het centrum brengt. En dat komt mij goed uit. Van Can Tho ga ik naar Rach Gia en dat station ligt 7 kilometer buiten de stad. Als je niet afweet van deze shuttleservice dan wordt de taxirit nog een duur geintje. Met de fastferry van Superdong ben je in 2.5 uur op Phu Quoc.

De ferry naar Phu Quoc

En vanaf de pier heb je dan weer minibussen die je voor 3 dollar naar je hotel brengt. Ideaal… alleen heb ik nog geen hotel. Ik laat mij afzetten in het centrum van Duong Dong, de grootste plaats van het eiland. Ik vind uiteindelijk een privékamer in een homestay iets ten noorden van deze plaats. Een ideale plek, zo blijkt. Weinig toeristen en vooral veel locals.

Maandag 15 januari 2018
Bij het hostel kan ik voor 120.000 dong een scooter huren. Dat is goedkoper dan de gemiddelde prijs die ze op Phu Quoc aanbieden (tussen de 150.000 en 200.000. Oké, het is niet de beste motorbike die je je kunt wensen, maar hij rijdt. Vandaag ga ik naar het noordwesten van het eiland. Eerst maar even ontbijten en dat doe ik bij Bamboo Resort. Het ligt rustig gelegen in het noordwesten van het eiland in een soort baai. Echt een paradijsje hier.

Langs het strandBamboo ResortVinpearl Park

Op dit gedeelte van het eiland hebben ze sinds kort een groot amusementspark en een Safaripark van Vinpearl geopend. Ik sla over en bezoek eerst een tempel. Als ik richting het oosten rijd kom ik bij een trial van 1 kilometer terecht. Niet de moeite waard hoor ik terugkomers zeggen. Je ziet vooral veel bomen. En als je gaat, pas op voor dat everzwijn met zijn kind! Die is vrij agressief! Ik waag het erop en het enige echte boeiende wat ik zie is wat ik noem de puistenboom.

Puistenboom

Ik vervolg mijn reis en kom uit bij een floating village en bij een strand. Het water is echt heel helder en het zand mooi wit. Hier ga ik even een heerlijke frisse duik maken. Op de grond liggen vele zeesterren. Geen idee of je er op kan staan, of ze wat doen, of ze je lekprikken a la een kwal maar ik vermijd ze maar.

Lekker zwemmenStarfishLekker luieren op het strandBeach

Na deze frisse duik ga ik nog even naar de floating village. Echt een mooi omgeving en lekker rustgevend. Ik sluit mijn dag of op een biologische boerderij. Dat schijnt ook een toeristische trekpleister te zijn dus vooruit maar met die biologische geit. Ik word onthaald door een ontzettend aardige Vietnamees, die mijn ‘eenzame’ reis maar omschrijft als ‘ very sad’.

Vietnamese StevenAnanasBierbrouwerijOp de motorbike

Nou dat valt reuze mee zeg ik en we raken aan de praat. Hij heeft ook vaak alleen gereisd en weet hoe ik mij voel. Ach, ik omschrijf het zelf niet als ‘sad’. Sterker nog, je ontmoet altijd wel mensen en als je alleen reist heb je de vrijheid om geheel zelf te bepalen wat je wel of niet wilt doen. De rondleiding op de boerderij gaat langs de groene pepers, de bananen, de ananassen en ze hebben zelfs een bierbrouwerij. Na de rondleiding vraagt de Vietnamese jongen, genaamd Pham, of ik zin heb wat te drinken. Ach waarom ook niet! Je leeft maar 1 keer, he. In de avond pak ik de motorbike naar het tentje waar we hebben afgesproken, de bamboobar. Ze hebben hier de lekkerste cocktail en die moet ik echt proeven. Ach waarom ook niet! Je leeft maar 1 keer, he. We maken het niet te laat en aangezien ik nog terug moet met de motorbike zit een volgende alcoholische versnapering er voor mij niet meer in.

Dinsdag 16 januari 2018
De tweede dag met de motorbike ga ik naar het noordoosten. Daar heb je Phu Quoc National Park maar een echte wandeling kan je in het park niet maken. Ik ga eerst naar het noordelijkste puntje waar je kunt komen en de weg is uitdagend te noemen. Veel wegen worden geasfalteerd, maar het laatste stuk is grint of een zandweggetje met vele gaten en hobbels. Aan de oostkant is niet veel te zien, maar het is er wel rustig qua verkeer.

Floating VillageFloating VillageLekker hangenOver de brugUitzicht vanaf het eilandje

Ik bezoek een klein eilandje waar je kunt komen via een gammel bruggetje. De natuur is wel prachtig en het water lijkt overal even helder rondom het eiland. Er is ook een hangmat waar ik uiteraard even gebruik van maak! Ze zijn ook bezig de weg aan de oostkant van het eiland te asfalteren. Iemand had mij gewaarschuwd deze weg niet te nemen, maarja… als avonturier kan je niet achterblijven. Aan het einde van de dag kom ik uit bij een waterval. Het is de Suoi Tranh waterval. Deze waterval bereik je via een beeldentuin en een wandeling van 20 minuten. Het is geen regenseizoen dus de waterval is niet de meest spectaculaire waterval die ik gezien heb. Het is dat ik mijn zwembroek niet mee heb en het de mensen ook niet wil aandoen om zonder te zwemmen, maar anders…

Ik en de watervalDe watervalNaar de watervalDe beeldentuin
In de avond spreek ik weer af met Pham. Dit keer gaan we naar de Skye Bar. Vanaf de bovenste verdieping heb je goed uitzicht over de stad. Het enige nadeel is hier… een biertje heeft een westers prijsje… Als ik terugkom bij de homestay krijg ik van de eigenaar thee aangeboden. Hij vertelt mij dat hij in 1991 hier is gekomen en dat toen de prijs per vierkante meter op 50 dollarcent ligt. 27 jaar later kost een vierkante meter 2000 dollar. Het is maar een klein verschil.

Woensdag 17 januari 2018
Niet ver van Duong Dong heb je het Duong Dong Lake en een klein riviertje wat ook attracties zijn op Phu Quoc. Ik zie verder geen enkel ander toerist en het riviertje, genaamd Suoi Da Ban is überhaupt nergens te vinden.

Duong Dong LakeDuong Dong Lake

Nog steeds geen regenseizoen denk ik maar. De weg gaat verder vandaag naar het zuiden van het eiland. Ik koop eerst een kaartje voor de ferry van morgen naar Ha Tien. Ha Tien ligt dicht bij de Cambodjaanse grens. Ik vervolg mijn reis naar een tempel op een mooi gelegen plek op het eiland.

Een tempelEen tempel...Een tempel...

Vanaf hier heb je goed uitzicht op het zuiden van het eiland. Het meest zuidelijke plaatsje is An Thoi. Vanaf daar gaan verschillende boten die je naar de dichtbij gelegen eilandjes brengt of je kunt er snorkelen. Wat mij verbaast is dat je de eilandjes ook kan bereiken met een kabelbaan. Later hoor ik van iemand dat dit de langste kabelbaan ter wereld schijnt te zijn met een lengte van 10 kilometer.

De kabelbaan

Ik kijk er naar en blijf mij er over verbazen. Het is wel een makkelijke manier om naar één van de eilandjes te gaan, maar een boot vind ik origineler. Ik sla over. Ik ga met de motorbike richting het noorden en neem de weg via long beach. Via een zandweg kom ik langs een grote vuilnisstortplaats en iets meer naar het noorden rijd ik langs oude traditionele huisjes.

De vuilnisbeltOp naar de resortsLangs Long  Beach

Als ik nog verder rijd kom ik uit bij de in aanbouw zijnde resorts. Megagroot allemaal en het zal mij niks verbazen als Phu Quoc over 10 jaar het Phuket van Vietnam geworden is. Het zou ook leuk zijn als de lokale bevolking ervan profiteert. In de avond spreek ik wederom af met Pham en als ik terugkom zit de eigenaar van de homestay buiten thee te drinken met wat vrienden. Ach waarom niet, je leeft maar 1 keer!

Donderdag 18 januari 2018
In de ochtend heb ik afgesproken met Pham om ergens te gaan ontbijten. Voor de verandering wordt het rijst en geen broodje met ei. Daarna drinken we nog een ijskoffie, maar hij is kritisch. Geen goede koffie! Hij kan het weten, hij is kok. Iets voor 11 uur gaan we terug naar mijn hotel, pak ik mijn spullen en moet ik nog even een fotoshoot doen met de eigenaar! Fantastische vent! Het is mij in deze wijk prima bevallen. Het heet Lam Anh Homestay en het enige nadeel is dat de bedden knoerthard zijn. Ik neem afscheid van de eigenaar en spring met mijn backpack op mijn rug achterop de motorbike. Gelukkig hoef ik dat maar 18 kilometer vol te houden. Maar het blijkt verdomd goed te gaan en om stipt 11.30 uur ben ik bij de boot. Weinig mensen die naar Ha Tien gaan op dit tijdstip.

Bye Bye Phu Qouc

Kan ik lekker ruim zitten! Ik heb voor twee nachten een hotel in Ha Tien geboekt. Er zijn hier niet veel goedkope hotels en sowieso geen hostels. Deze overgang wordt wel steeds meer gebruikt door toeristen, maar de meeste reizigers naar Cambodja kiezen de overgang bij Chau Doc, 100 kilometer naar het noorden. Die pakken in HCMC de bus naar Phnom Penh in Cambodja. Maar ik niet. In de namiddag ga ik op onderzoek uit en kom ik uit bij de Oasisbar. Deze bar wordt gerund door de enige westerling in Ha Tien, een 64 jarige Brit genaamd Andy. Bij hem kan je terecht voor vragen over de grensovergang. Hij vertelt mij dat hij zaterdagochtend ook naar Cambodja gaat, maar dan naar Phnom Penh. Hij vertrekt wel om 6 uur in de ochtend, maar dan is het niet druk bij de grens. Ga je met een toeristenbus, dan kan je makkelijk 2 uur wachten totdat iedereen in de bus zijn visum heeft. Tja, wat zal ik doen?

Vrijdag 19 januari 2018
In de ochtend ga ik terug naar de Oasisbar om te ontbijten. Ik wil morgen ook vroeg vertrekken en Andy kent iemand die het vervoer kan regelen naar Kampot in Cambodja. Hij regelt mijn bus ticket en om 6 uur in de ochtend word ik opgehaald. Ik raak in gesprek met hem en hij vertelt mij dat zijn ouders voor de Amerikanen gewerkt hebben tijdens de Vietnamoorlog. De meeste familieleden van hem wonen in de VS. Die zijn net na de oorlog vertrokken en kregen vrij snel een visum voor de VS toen na onderzoek bleek dat ze de Amerikanen geholpen hadden. Hij vertelt mij ook dat hij tot op de dag van vandaag nog steeds last heeft van het feit dat zijn vader voor de Amerikanen gediend heeft. Hij is daarom uitgesloten voor het leger of om te werken voor de overheid. Volgend jaar gaat hij naar zijn zus toe in San Francisco en dat voor 5 maanden.

De volgende keer zal mijn reis verder naar Cambodja, één van de armste landen van Zuidoost-Azië. Het is ook een land met een vrij recente en treurige geschiedenis, maar daar zal ik de volgende keer meer over vertellen.

Foto’s

3 Reacties

  1. Esther Otten:
    28 januari 2018
    Hmm je weet mensen wel nieuwsgierig te maken naar je volgende blog he😋
    Klinkt wel weer erg mooi allemaal. Jammer dat je je soms verheugd op iets als een waterval en het dan tegenvalt, weet helaas hoe dat voelt haha. Je komt wel steeds hele lieve en hartelijke mensen tegen valt me op, goed om te lezen sad lonely traveller... 😜

    Liefs, Esther 😘
  2. Lilian:
    29 januari 2018
    Klinkt zo triest lonely traveller! Maar dat ben je niet! Veel plezier.
  3. Ans:
    29 januari 2018
    Hoi Steven, wat een belevenissen maak je mee. Echt prachtig. Nog heel mooie momenten. Lieve groet Ans